De tien richtlijnen voor een begrijpelijke online enquête

1. Gebruik een neutrale vraagstelling in de online enquête. Hiermee voorkomt u dat u respondenten ‘dwingt’ tot een bepaald antwoord. Bijvoorbeeld: ‘Wat is uw mening over..?’ of ‘Kunt u aangeven in hoeverre u tevreden of ontevreden bent over..?’. U vermijdt suggestieve vragen.

2. Stel simpele vragen. U maakt uw vragen zo simpel en concreet mogelijk, zodat iedereen ze begrijpt. Vragen in spreektaal worden het beste begrepen.

3. Vermijd dubbele ontkenningen. Twee keer ‘niet’ in een vraag is voor velen moeilijk te begrijpen.

4. Voorkom teveel open vragen. Gesloten vragen zijn makkelijker te analyseren dan open vragen. Ontwerp geen open vragen als u weinig tijd hebt om deze goed te analyseren. Onthoud hierbij dat de meeste respondenten liever niet te veel tekst typen behalve als ze echt een uitgesproken mening hebben over een bepaald onderwerp.

5. Stel eerst algemene en daarna uw specifieke vragen. Vraag bijvoorbeeld eerst naar de tevredenheid van uw website en daarna naar uw design of de content. De reden daarvoor is dat wanneer de respondent een sterke mening over het laatste specifieke onderwerp heeft, dit van invloed kan zijn op het antwoord op de algemene vraag en er dus een soort ‘vervuiling’ optreedt aangezien men dan nog in de positieve of negatieve bias verkeert.

6. U bent voorzichtig met een ‘waarom’ vraag als follow up. Soms wilt u weten waarom een respondent een bepaald antwoord geeft. Dit levert vaak waardevolle informatie op. Echter, het kan ook misleidende antwoorden genereren. Wat voorkomt is dat respondenten alleen gevraagd worden naar het ‘waarom’ als zij bijvoorbeeld negatief hebben geantwoord op een vorige vraag. Als de respondent dit door heeft, zal hij ertoe neigen om toch positief te antwoorden om zo van de ‘waarom’ vraag af te zijn.

7. Gebruik schalen met een gelijk aantal positieve en negatieve opties. 4-puntsschalen hebben twee positieve en twee negatieve antwoordmogelijkheden zoals ‘zeer tevreden’, ‘tevreden’, ‘ontevreden’ en ‘zeer ontevreden’. 5-puntsschalen hebben ook twee positieve en twee negatieve antwoordmogelijkheden met daartussen een antwoordmogelijkheid ‘neutraal’.

8. Maak indien mogelijk gebruik van de antwoordmogelijkheid ‘niet van toepassing’. Er bestaat anders een kans dat andere antwoordmogelijkheden ten onrechte worden aangeklikt.

9. Maak gebruik van exclusieve antwoordcategorieën. Dit geldt onder meer voor leeftijd, tijd, enzovoort. Zo dient ‘16-24’ opgevolgd te worden door ‘25-30’ en niet door ‘24-30’.

10. Bewaar de demografische vragen tot het einde. Respondenten hebben een bepaalde goodwill ten opzichte van uw enquête en dat wilt u zo lang mogelijk vasthouden. De interessante vragen dus eerst stellen en pas op het einde de simpele vragen over bijvoorbeeld leeftijd en geslacht.

> Probeer nu zelf gratis en vrijblijvend een vragenlijst te maken.